Even ten zuiden van Lissabon ligt op het schiereiland van Setúbal een schitterend kustgebergte: de Serra da Arrábida. In 1976 werd het een natuurpark. Het heeft een oppervlak van 11.000 ha land en 6000 ha zee.

Op deze pagina vindt u beknopte informatie over:

Landschap
Klimaat
Vegetatie
Fauna
Economie
Wandelen in het natuurpark
Praktische informatie


Serra da Arrábida


Landschap   
De Serra da Arrábida is een jong gebergte, maar de kalksteen waaruit het bestaat is veel ouder. Tussen 200 en 60 miljoen jaar geleden lagen grote delen van Europa onder water. Ook het gebied van de Arrábida lag in die periode regelmatig onder de zeespiegel. De afgestorven schelpdiertjes die zich op de bodem ophoopten werden omgevormd tot dikke lagen kalksteen. Veel later, zo’n 18 miljoen jaar geleden,  begon het gebied langzaam te stijgen. Het was de tijd van de zogeheten Alpine gebergtevorming waarbij Afrika steeds dichter naar Europa kroop. Door de enorme druk ontstonden meerdere bergketens: de  Pyreneeën, de Alpen en ook de Serra da Arrábida.

Serra da Arrábida

Het gebergte stijgt steil op uit zee en lijkt daardoor veel hoger dan het in werkelijkheid is. De top heeft een hoogte van zo’n 500 meter. De uitzichten zijn er spectaculair. In het noorden kan men Lissabon zien liggen en in het zuiden de oceaan en de kuststrook van de Alentejo. Grote delen van de Arrábida zijn bedekt met laag struikgewas en kleine bomen, waarvan het groen contrasteert met het wit of grijs van de kalkrotsen. Aan de voet van de rotsen ligt hier en daar een strand, zeer geliefd bij de bewoners van Lissabon en Setúbal. Van massatoerisme is echter geen sprake.

Klooster van Arrábida

Naast de schitterende natuur is het park ook beroemd vanwege een zeer fraai bouwwerk: het franciscaner klooster van Arrábida. Dit 16e-eeuwse complex van witte gebouwtjes ligt hoog boven de oceaan tegen een steile helling en wordt nu gebruikt als congrescentrum. Op enkele honderden meters van het klooster vinden we een curieuze kruisweg. Op een bergkam staan half verscholen in het struikgewas zes kapelletjes: zes staties van de kruisweg van Christus. 


Klimaat  Het gebied heeft een mediterraan klimaat met duidelijk Atlantische invloeden. De winters zijn dus nat en zacht, maar ‘s zomers is er zelden sprake van extreme hitte. 

Vegetatie Het natuurpark is vooral in het leven geroepen ter bescherming van de bijzondere flora. Wat overheerst is mediterraan bos en maquis, een haast ondoordringbare vegetatie bestaande uit heesters en kleine bomen zoals jeneverbes (Juniperus phoenicea), hulsteik (Quercus coccifera), mastiekboom (Pistacia lentiscus), vuilboom (Rhamnus alaternus), mirtestruik (Myrtus communis),  Phillyrea angustifolia, laurier (Laurus nobilis), jasmijn, viburnum en de aardbeiboom (Arbutus unedo).

Arbutus unedo

Kleur in deze zee van groen wordt gebracht door de Cistus roos (Cistus albidus), het zonneroosje (Cistus monspeliensis), boomhei (Erica arborea) en rozemarijn. Ook zien we pioenrozen (Paeonia broteri), orchideeën (o.a. Ophrys ciliata), Spaanse hyacinten (Hyacinthoides hispanica) en een bijzondere narcissensoort (Narcissus calcicola).

Verder groeien er Johannesbroodbomen (Ceratonia siliqua), wilde olijven (Olea europaea sylvestris) en hulsteiken (Quercus faginea broteroi). Van deze laatste zijn zelfs een aantal beschermde bossen die niet toegankelijk zijn voor het publiek. 

Fauna

In het natuurpark zijn weinig grote zoogdieren te vinden. Het gebied was vroeger een geliefd jachtgebied waardoor wilde zwijnen, herten en wolven al in het begin van de twintigste eeuw waren uitgeroeid. Nu leven er nog dassen, wilde katten, genetkatten en steenmarters (Martes foina). Verstopt in de bossen of dicht struikgewas zitten ook mangoestes oftewel faraoratten (Herpestes ichneumon). Deze roofdieren, inclusief staart soms bijna een meter lang, komen in Europa alleen voor op het Iberisch schiereiland.

De steile rotswanden met spelonken en grotten zijn een geliefd oord voor meerdere soorten vleermuizen. We vinden er kolonies van de Schreibers’ vleermuis, de paarse hoefijzerneus, de grote hoefijzerneus, Mehely’s hoefijzerneus en de vale vleermuis.

 

Parelhagedis

Reptielen en amfibieën zijn er ook. In de rotsachtige gebieden treft u hagedissen aan als de Spaanse zandloper (Psammodromus hispanicus) en de roodstaart-franjeteenhagedis (Acanthodactylus erythrurus). Hier huist ook de giftige wipneusadder (Vipera latastei). In het dichte struikgewas van de maquis leven weer andere soorten hagedissen zoals de Spaanse skink (Chalcides bedriagai), de Algerijnse zandloper  (Psammodromus algirus) en de parelhagedis (Lacerta lepida of Timon lepidus). Ook zitten er trapslangen (Elaphe scalaris) , adderringslangen (Natrix maura), hagedisslangen (Malpolon monspessulanus) en hoefijzerslangen (Coluber hippocrepis). Ze zien er soms gevaarlijk uit, maar zijn geen van alle giftig. Bij de stroompjes vinden we  boomkikkers (Hyla arborea) en moorse beekschilpadden  (Mauremys leprosa).

Kuifleeuwerik (foto Jan Stok)

De steile rotsen bedekt met maquis zijn ook een ideale plek voor vele vogelsoorten. Er broeden roofvogels als de havikarend en de slechtvalk. Daarnaast zijn er uilen zoals de oehoe en de steenuil. Typische zangvogels van de maquis zijn de kleine zwartkop en de Provençaalse grasmus. Ook vinden we hier de grauwe gors. In meer rotsachtig terrein broeden de kuifleeuwerik,  de zwarte roodstaart en de blauwe rotslijster. Deze laatste herkennen we aan zijn luide, heldere melancholische zang. Op de allersteilste wanden zitten rotsduiven en alpengierzwaluwen.  

Economie Binnen de grenzen van het park wonen zo’n 12.000 mensen. De belangrijkste economische activiteiten zijn het toerisme, de landbouw en de industrie. Het natuurpark trekt vooral in de weekenden grote aantallen dagjesmensen uit Lissabon en Setúbal. Vooral de stranden zijn erg populair. Doordat de kuststrook deel uitmaakt van het park zijn de voorzieningen echter kleinschalig gebleven. Projectontwikkelaars en massatoerisme krijgen dan ook geen kans. Aan de noordkant van het park beginnen de wijngaarden. Befaamd is de muskaatwijn Moscatel de Setúbal. Ook is de schapenteelt hier van belang. Van de melk wordt op ambachtelijke wijze kaas gemaakt (Queijo de Azeitão). Ook al heeft de Serra da Arrábida de status van natuurpark, er zijn nog volop industriële activiteiten. Zo is er keramische industrie (tegels, dakpannen en bakstenen) en zijn er steengroeven (kalksteen). Aan de rand van het park, vlak bij Setúbal staat zelfs een grote cementfabriek. 

Tot voor kort werd er ook veel gevist langs de kust van het natuurpark. Door het gebruik van sleepnetten werd veel van de zeeflora en -fauna vernietigd. Nu een deel van de kustwateren aan het natuurpark is toegevoegd, is hieraan een einde gekomen.
 

Wandelen in het natuurpark


Zie hiervoor de wandelgids:

Lissabon en omgeving – 26 wandelingen (Ebook)

In deze gids vindt u 4 wandelingen in het natuurpark:

1. Cabo Espichel
2. Pedreiras
3. Portinho da Arrábida
4. Palmela


Praktische informatie

Openbaar vervoer    

In het park liggen geen grote plaatsen. De belangrijkste plaatsen dicht bij het park zijn Setúbal, Palmela, Vila Nogueira de Azeitão, Santana en Sesimbra. Setúbal is niet alleen per bus maar ook per trein bereikbaar. De overige plaatsen alleen per bus. Voor dienstregeling (horários) spoorwegen en bussen klik hier.

De plaatsen in het park zijn niet goed bereikbaar per openbaar vervoer

Overnachten

Campings: www.roteiro-campista.pt of www.visitportugal.com

Hotels en overige accommodatie www.visitportugal.com

Kaarten

Carta Militar de Portugal: serie M 888; 1:25.000. Voor meer informatie klik hier


Bezoekerscentrum natuurpark

Praça da República
2900-587 SETÚBAL
Tel.: (+351) 265 541 140
E-mail: pnarr@icnf.pt

en

Museu Oceanográfico
Fortaleza de Sta. Maria da Arrábida
Portinho da Arrábida
Tel.: (+351) 21 218 97 91