In het oostelijk deel van de Algarve ligt tussen Faro en Tavira een 60 km lange gordel van eilanden en schiereilanden met daarachter een lagune. In 1987 werd het gebied uitgeroepen tot natuurpark. Het beslaat een oppervlak van ruim 18.000 ha en is van groot belang voor trekvogels. Het is dan ook een internationaal erkend “wetland”.

Op deze pagina vindt u beknopte informatie over:

Landschap
Klimaat
Vegetatie
Fauna
Economie
Wandelen in het natuurpark
Praktische informatie


Cacelha Velha


Landschap

De lagune bestaat uit een labyrint van zoute moerassen, slikken, schorren, zoutpannen, zandeilandjes en kanalen. Een reeks zanderige eilanden en schiereilanden met lage duinen beschermt haar tegen de oceaan. Omdat het directe achterland op sommige plekken een stuk boven zeeniveau ligt, kunt u prachtig uitkijken over de lagune.. Het is een oase van rust temidden van de toeristische centra.


Klimaat

De oostelijke Algarve heeft een duidelijk mediterraan klimaat: droge hete zomers en zachte winters. Ook de temperatuur van het zeewater is hier hoger dan elders in Portugal.


Vegetatie

Opuntia ficus-indica (foto Marian Immerzeel)

Op de eilanden voor de kust overheerst duinvegetatie (zoals gewone helm, blauwe zeedistel, Otanthus maritimus, Juncus acutus en Pancratium maritimum).In de lagune zelf wordt de flora bepaald door eb en vloed. Hier groeien veel zogenaamde halofyten (zoutplanten). We zien er verschillende soorten Limonium (lamsoor). Uniek is de Limonium algarvense. Er groeit Inula crithmoides (een soort alant), Sarcocornia, Suaeda vera (een soort schorrenkruid), Artemisia caerulescens (een soort alsem), Triglochin bulbosa subsp. barrelieri (een soort schorrezoutgras) en klein slijkgras (Spartine maritima). Deze laatste zien we als uitgestrekte donkergroene “velden”. Op een aantal plaatsen komen kleine beekjes uit in de lagune. Langs de oevers groeit riet, lisdodde, valkruid, gevlekte orchis, ronde zonnedauw en een soort Engels gras (Armeria gaditana). In het directe achterland van de lagune was tot voor kort veel agrarische activiteit. Op veel plaatsen liep het cultuurland tot aan de rand van de lagune. Nog steeds zijn er boomgaarden waar amandelen, citrusvruchten (sinaasappels en citroenen) en vijgen worden geteeld. De laatste jaren worden veel sinaasappelbomen vervangen door de lucratievere Johannesbroodboom. Kenmerkend zijn de hagen van vijgcactussen (Opuntia ficus-indica), waarvan de vruchten eetbaar zijn. Op veel plaatsen zien we palmen. Het betreft hier meestal de Canarische dadelpalm (Phoenix canariensis), waarvan de vruchten in tegenstelling tot de gewone dadelpalm niet eetbaar zijn.


Fauna

Purperreiger (foto Jan Stok)

Het park is van groot belang voor trekvogels. Het vormt een belangrijke schakel tussen Europa en sub-Sahara Afrika. Het is ook broedgebied voor veel vogelsoorten, zoals de purperreiger, woudaap en purperkoet. Op de eilandjes voor de kust zien we veel dwergsterns, soms ook grielen en kortteenleeuweriken.  In het gebied broeden ook ooievaars, strandplevieren, vorkstaartplevieren en roodkopklauwieren. Het gebied is zeer interessant in de trektijd (vooral maart/april en september). Dan zijn er veel steltlopers zoals kleine strandlopers, bonte strandlopers, krombekstrandlopers, kemphanen, tureluurs en zwarte ruiters. Ook zijn er veel zangvogels op doortrek. We zien er bergfluiters, paapjes, blauwborsten, grasmussen en karekieten. Roofvogels zijn er ook. Vooral bij oostenwind is het niet ondenkbaar dat u een rode wouw, een dwergarend of een slangenarend ziet. Heel soms wordt een vale gier gesignaleerd. In de winter zitten er veel eenden (smient, slobeend, pijlstaart, tafeleend, wintertaling, zomertaling). We zien dan ook flamingo’s, kleine zilverreigers, lepelaars, koereigers, een enkele zwarte Ibis, maar ook overwinterende steltlopers zoals kanoeten en krombekstrandlopers. In de rietvelden zitten Sint-Helenafazantjes, een zangertje dat oorspronkelijk uit Afrika komt, maar nu permanent in het gebied verblijft. In het park leven maar weinig grote zoogdieren in het wild. Interessant om te noemen is de “Cão d’Agua” (waterhond). Dit is een poedelachtige hond die vroeger de vissers hielp bij het in de netten drijven van de vis. Hij was bijna uitgestorven, maar wordt nu weer gefokt.

De lagune is rijk aan schelpdieren (o.a. palourdes), schaaldieren en vele soorten vis. Van groot internationaal belang is de kolonie van zo’n twee miljoen zeepaardjes die speciale bescherming geniet. De meeste zijn van de soort Hippocampus guttulatus, maar er zitten ook een groot aantal kortsnuitzeepaardjes (Hippocampus hippocampus),

Reptielen en amfibieën zijn er natuurlijk ook. Bijzonder is de kameleon (Chamaeleo chamaeleon). Het natuurpark is de enige plek in Portugal waar dit dier voorkomt. In Europa zien we de kameleon alleen nog in Zuid-Spanje en op Kreta.


Economie

Haventje van Santa Luzia

In het park wonen maar weinig mensen (ruim 7000). Er zijn een paar vissersdorpen, waarvan een aantal is uitgegroeid tot badplaats. Net buiten het park liggen wel grotere plaatsen: Faro (met internationaal vliegveld), Olhão en Tavira. Aan de rand van de lagune is er wat landbouw. Het gaat hier dan vooral om fruitteelt: olijven, citrusvruchten, vijgen, amandelen. Op veel plaatsen in de Algarve worden sinaasappelbomen vervangen door Johannesbroodbomen. Van de pitten uit de boonvormige vruchten wordt meel gemaakt dat wordt gebruikt als emulgator, geleermiddel en verdikkingsmiddel in de voedingsmiddelenindustrie. Ook dienen de vruchten als veevoeder. In de lagune wordt veel gevist. Het gaat dan vooral om schelpdieren (o.a. palourdes), schaaldieren en inktvis. Een belangrijk deel van de door Portugal geëxporteerde schelpdieren komt uit deze lagune. Ook zijn er nog een paar bedrijven die zeezout produceren. De belangrijkste bron van inkomsten vormt echter het toerisme. Het heeft binnen de grenzen van het park een bescheiden karakter. 


Wandelen in het natuurpark


Zie hiervoor wandelgids:

Algarve, 28 wandelingen

Voor meer informatie over de wandelroutes in het natuurpark, klik hier


Praktische informatie

Openbaar vervoer 

De steden en een groot aantal dorpen aan de rand van het natuurpark zijn te bereiken per trein (spoorlijn Faro – Tavira) of per bus.

Voor dienstregeling (horários) spoorwegen en bussen klik hier

Overnachten

Campings:  www.roteiro-campista.pt of www.visitportugal.com

Hotels en overige accommodatie: www.visitportugal.com

Kaarten

Carta Militar de Portugal: serie M 888; 1:25.000. Voor meer informatie klik hier

Bezoekerscentrum natuurpark

Centro de Educação Ambiental de Marim – Quelfes
8700-194 OLHÃO
Tel.: (+351) 289 700 210
E-mail: pnrf@icnf.pt